Atoomoorlog tussen milieuactivisten


Drie weken geleden werd in Zuid-Korea een nucleaire bouwstop teruggedraaid, op aanbeveling van een bevolkingsjury. Er wordt dan toch gekozen voor een verdere nucleaire bijdrage in de energiemix. Een uitzondering in de wereld? Nee hoor. Tussen de nooit eindigende discussie over de timing van de uitstap in ons landje, de nucleaire steekvlampolitiek in Duitsland en de selectiviteit van sommige berichtgeving, is het makkelijk om de realiteit in de rest van de wereld uit het oog te verliezen. Een update.

Wereldwijd zijn er 60 commerciële reactoren in aanbouw, verdeeld over 16 landen, goed voor 60 gigawatt. China is koploper met 20 stuks in aanbouw, en meer in planning. Frankrijk besliste op 7 november om zijn gedeeltelijke afbouw tegen 2025 te laten varen. Zelfs Japan, recent expert in ongelukken, heeft zijn nucleaire vloot deels weer opgestart en bouwt ze verder uit. In de Key World Energy Statistics 2017 van het Internationaal Energie Agentschap wordt dan ook een wereldwijde toename van kernenergie voorspeld tegen 2040. En in de USA? Vorig jaar werd daar nog een nieuwe reactor opgestart, en vier andere reactoren zijn in aanbouw. Maar net zoals steenkool dreigt de oudere nucleaire vloot er uit de markt geduwd te worden door de overvloed aan goedkoop schaliegas. Moeten we blij zijn dat daar, net zoals in België, uranium vervangen zou worden door een fossiele brandstof?

De beslissing tot ommekeer in Korea had heel wat voeten in de aarde. Nucleaire tegenstanders hadden immers veel bezorgdheid en angst gezaaid bij bevolking en politici, weinig verrassend met de gebruikelijke mythes. Greenpeace financierde zelfs de vertoning van een Koreaanse fictiefilm over een kernramp. Nucleaire technologie is moeilijke materie en de doorsnee burger heeft niet de tijd en kennis om er zich in te verdiepen. Het is soms moeilijk iets te vertrouwen dat men niet begrijpt. Een deel van het publiek en politiek laat zich dan ook snel angst en onzin aanpraten. Om die volksverlakkerij tegen te gaan moest een informatieve tegencampagne gevoerd worden, ditmaal gebaseerd op wetenschappelijke cijfers. Er werd een heus rapport geschreven op vraag van pro-nucleaire, jawel, milieuactivisten. De inhoud ervan wordt ondersteund met een nauwgezette lijst aan bronvermeldingen. De titel luidt, zeer toepasselijk, The high cost of fear. De hoge kost van angst.

Pro-nucleaire milieuactivisten die vechten tegen de propaganda van anti-nucleaire milieuactivisten. Niet iets dat we elke dag horen. Het is echter geen uitzondering. Ook in de USA voeren de milieuactivisten van Environmental Progress strijd tegen het sluiten van kerncentrales. Met succes, ze hielden er vorige maand nog een vroegtijdige sluiting tegen. Ironisch genoeg vonden ze daar niet enkel andersdenkende ngo’s als tegenstander, maar ook de olie-, gas- en steenkoolindustrie. Die laatsten beseffen dat het verdwijnen van kernenergie nog decennialang opgevangen zou moeten worden door fossiele brandstoffen. Er zijn nu eenmaal technische en vooral economische beperkingen aan de snelheid waarmee men hernieuwbare productie kan bijplaatsen. Er zijn dus milieu-ngo’s die strijden aan de zijde van Big Oil, resulterend in méér gebruik van fossiele energiebronnen! Vooral dan schaliegas, waarvan de ontginning nochtans zeer zwaar op de korrel wordt genomen door milieuactivisten. Zoiets zet aan tot nadenken. Is de denkwijze van Greenpeace en Friends of the Earth al even fossiel als de brandstof van hun nieuwe medestanders? Wat bezielt hun?

Bezorgdheid om het klimaat is het al duidelijk niet. Een greep uit de cijfers: een kerncentrale produceert per kWh elektriciteit ongeveer evenveel CO2 als windmolens en vier keer minder dan fotovoltaïsche zonnepanelen. Dat is alles inbegrepen: bouw, uitbating, afbraak, brandstofvoorziening, afvalverwerking en berging. Als je hernieuwbare energie wil aanvullen met vooral fossiele brandstoffen in plaats van kernenergie, zoals Duitsland doet en men voorlopig van plan is in België, bekomt men een stijging van CO2-uitstoot. Frankrijk met zijn massa aan kernenergie stoot 7 keer minder CO2 uit per kWh elektriciteit dan Duitsland en zijn energiewende met enorme productie aan hernieuwbare energie. Het verbaast dan ook niet dat de toekomstscenario’s, opgesteld door het IEA en anderen, kernenergie als een onderdeel zien in de strijd tegen de opwarming van de aarde. Sterker nog: het meest optimistische en ambitieuze klimaatscenario (het 450ppm scenario, dat de gemiddelde opwarming beperkt tot maximaal 2° C) voorziet in de sterkste stijging van kernenergie.

Wat dan met het gevaar voor de volksgezondheid? Ook hier heeft de moderne milieuactivist het licht, of beter, de wetenschap gezien. Het verlies aan levensjaren door kernenergie blijkt lager te liggen dan bij het drinken van een glas melk per dag, fietsen of het nemen van energiebesparende maatregelen. Het aantal effectieve dodelijke slachtoffers gerelateerd aan kernenergie ligt anderhalve keer lager dan bij windenergie en 9 keer lager dan bij zonne-energie. Die cijfers zijn inclusief kernrampen. Zonder Tsjernobyl en Fukushima is het nog eens 900 keer lager. De grootste ramp ooit in de energiesector was overigens binnen de hernieuwbare (waterkracht)energie. In 1975 brak de Banqiao dam in China en veroorzaakte 171.000 doden. In Tsjernobyl kwamen 62 mensen om, en de onbewezen LNT hypothese voorspelt op termijn tussen 4000 en 9000 sterfgevallen ten gevolge van kanker. In Fukushima kwamen nul mensen om door straling, en de effecten op termijn worden te klein voor detectie verwacht.

Bezorgdheid om het afval? Net zoals andere mythes werd ook dit allang weerlegd door wetenschappelijk onderzoek en becijfering. We kunnen het afval wel degelijk veilig bewaren. Het hoopje jarenlang radioactief afval vervalt overigens in het niets bij de veel, veel grotere hoop eeuwig giftig, industrieel afval dat onze samenleving creëert. Dat is geen mooie realiteit maar het toont heel duidelijk de absurditeit van dat argument aan. Dat kernafval door terroristen gebruikt zou kunnen worden, in plaats van de talloze veel simpelere en meer effectieve methoden, is onwaarschijnlijk en slechts een kwestie van reeds bestaande bewaking. In tegenstelling tot chemische of biologische gevaren, is het bovendien zeer gemakkelijk om radioactieve stoffen te detecteren. En een oorzakelijk verband tussen kernenergie en kernwapens bestaat simpelweg niet.

Het lijkt wel alsof sommige “groene” geesten op dezelfde leerschool gezeten hebben als de klimaatontkenners en president Trump: wetenschap wordt staalhard ontkend, feiten worden genegeerd en communicatie gebeurt op populistisch Twitterniveau. Daar zijn zowel de mens als het milieu niet mee gediend. Dat andere, beter geïnformeerde milieuactivisten een pro-nucleaire koers varen hoeft dus weinig te verbazen. Het is ook geen nieuw fenomeen. YERA schreef 4 jaar geleden al over de documentaire Pandora’s Promise, waarin enkele activisten getuigen over hun ommezwaai. Maar wat drijft de anti-nucleaire activist dan wel? Geld, zoals de fossiele industrie? Grote ngo’s hebben immers enorme inkomsten en voorzien hun bezielers in voltijdse en boeiende jobs. Of is het een politiek-ideologische haat tegen grote, kapitalistische energiebedrijven? Of is het misschien gewoon onwetendheid?

Als we het zojuist gepubliceerde rapport van het Planbureau bekijken, dan blijkt dat België 36 GW aan nieuwe capaciteit nodig heeft in 33 jaar. Dat is een enorm groot cijfer. Hernieuwbare energie kende een sterke groei gedurende de laatste zeven jaar. Tussen 2010 en 2016 werd 4 GW aan zonnepanelen en windmolens in België geplaatst, inclusief ons stukje Noordzee. Dat is minder dan het tempo dat we de volgende 33 jaar moeten aanhouden. En er is nog geen grootschalige, betaalbare oplossing voor de nodige opslag om de wisselvalligheid van zon en wind op te vangen. Kolencentrales hebben we gesloten. Niemand denkt nog serieus aan een groot biomassa project. Gascentrales opstarten zal onze CO2-uitstoot doen stijgen. We zijn al jaren een netto-invoerder van elektriciteit, vooral Franse, nucleaire stroom. Wil dit zeggen dat we naast onze nieuwe windmolens en zonneparken best zelf een nieuwe kerncentrale plaatsen?

Is dat niet verschrikkelijk duur? Het verlengen van de levensduur van bestaande centrales is veel goedkoper dan het bouwen en uitbaten van eender welke andere elektriciteitsproductie. Zolang dat gebeurt onder het toeziend oog van ervaren nucleaire wetenschappers lijkt dat dus veruit de beste optie. Maar die optie is eindig in tijd. Wat daarna? Dertig jaar geleden bouwde Frankrijk zijn nucleair imperium uit op een relatief goedkope manier. Men deed immers aan massaproductie. Uit elke gebouwde centrale werden lessen geleerd voor het bouwen van de volgende. Men werkte met een beperkt aantal modellen, onderdelen waren dus gestandaardiseerd en werden aan de lopende band geproduceerd. China kan nu profiteren van een soortgelijke scale of economy. Maar er werden nog amper commerciële kerncentrales in West-Europa bijgebouwd in de laatste 25 jaar. De Fransen proberen het sinds enkele jaren opnieuw. Proberen, want ze lijken vergeten te zijn hoe het moet. Dat getuigen de grote en kostelijke vertragingen in Okliluoto (Finland) en Flamandville (Frankrijk). Dat het om een nieuw, first-of-a-kind, en meer ingewikkeld type centrale gaat, maakt het er niet makkelijker op. Geen aanlokkelijk project om te bestellen dus. Zullen we dan een Chinees, Koreaans of Russisch koopje doen? Tien landen bouwen die al, waaronder EU-land Slowakije. En nog meer landen hebben al contracten afgesloten. Net zoals de groene jobs uit de zonnepanelen productie is dit een zoveelste industrie die de West-Europa en de USA verloren hebben aan Azië. Net zoals België alweer kansen voor het klimaat dreigt te verliezen.