Energie uit biomassa: klimaatneutraal of toch niet?


Het is een thema dat al wel eens durft opduiken in een van de vele klimaatdebatten. Is de energie die wordt opgewekt in biomassacentrales effectief zo klimaatneutraal als de naam doet uitschijnen?

De brandstof voor biomassacentrales kan bestaan uit organische materialen zoals hout, gft-afval, plantaardige oliën en geteelde gewassen. Doordat gewassen steeds opnieuw groeien, is de voorraad van de grondstoffen oneindig en mag men spreken van een hernieuwbare energiebron. Deze hernieuwbare energiebron heeft de weersonafhankelijkheid als groot voordeel ten opzichte van zonne-energie of windenergie. Bij het verbrandingsproces in biomassacentrales komt ten gevolge van de verbranding koolstofdioxide (CO2) vrij. Tijdens de levenscyclus van planten wordt koolstofdioxide opgenomen uit de omgeving en zuurstof afgegeven aan de omgeving, er is dus een gesloten koolstofcyclus.

Toch is een gesloten koolstofcyclus niet noodzakelijk milieuvriendelijk. Als het verbrandingsproces plaatsvindt met organisch afval kan men de cyclus aanschouwen als milieuvriendelijk. Hierbij is het echter van belang dat men het afval op geen andere manier een nieuw leven kan inblazen. Een voorbeeld hiervan is oud papier dat kan gerecycleerd worden. Houtkap tast het milieu harder aan dan recyclage.

Het al dan niet plaatsen van een biomassacentrale zou bepaald moeten worden a.d.h.v. de beschikbare biologische brandstoffen. Niet alle brandstoffen zijn namelijk even duurzaam. Zo is overexploitatie van bossen een fout signaal in het klimaatverhaal. Om de CO2-uitstoot te laten dalen dienen nieuwe bossen gecreëerd te worden. Als ontbossing gebeurt ten gevolge van de vraag naar brandstof voor de biomassacentrales wordt een totaal fout signaal gegenereerd. Massale houtkap vormt namelijk een desastreuze bedreiging van ecosystemen.

 Ook het telen van gewassen als brandstof voor biomassacentrales is een gevoelige situatie. Hierbij wordt kostbare landbouwgrond ingezet voor het produceren van brandstoffen. Dit kan een schaarste op de voedingsmarkt creëren. De grote vraag naar hernieuwbare energie versterkt de negatieve invloed op de voedingsmarkt.

In België is 8,4% van de energieproductie afkomstig van verbranding van biomassa. Het aandeel is klein in vergelijking met kernenergie (39,0%) en energieproductie met fossiele brandstoffen (35,4%). Windenergie, zonne-energie en waterkracht dragen respectievelijk 10,4%, 5% en 1,8% bij aan de gehele energieproductie in België (cijfers 2018).

Biomassacentrales kunnen in bepaalde mate bijdragen aan de productie van groene stroom. Een goede afweging is nodig om de invloed op het ecosysteem en de voedingsmarkt te beperken. Energieopwekking door middel van het verbranden van organisch afval is een goede keuze, daarentegen is het actief telen van gewassen met het oog op brandstof een fout signaal.