Europese doelstellingen: een weg naar succes?


Hernieuwbare energie, het is een hobbelig zandweggetje waar alleen Europa hardwillig haar karretje doorduwt. Door de 2020 doelstellingen op te leggen aan alle Europese lidstaten, dwingt Europa de technologie naar een hogere versnelling. Dit is niet alleen goed voor het milieu, het creëert nog eens een pak jobs ook. Maar zijn de doelstellingen ook effectief succesvol? En waarom hanteert enkel Europa de harde aanpak van energiedoelstellingen?

Van uitvinding naar uitdaging

In het begin van de 20ste eeuw werd wellicht één van de grootste uitvindingen van de mens op grote schaal geïmplementeerd in de westerse landen: elektriciteit. Het elektriciteitsnet moet meegroeien met de behoeften van de maatschappij. Maar de groei van het elektriciteitsnet is beperkt, transmissielijnen opereren tegen hun maximale capaciteit en de infrastructuur is vaak verouderd. Daarboven komt nog de toenemende druk om hernieuwbare bronnen te gebruiken voor electriciteitsproductie. De nood aan groeicapaciteit en de tendens naar hernieuwbare elektriciteit zijn vandaag de twee belangrijkste uitdagingen in de energiesector.

Europa 2020

De Europese 2020 doelstellingen voor klimaatverandering en energie zijn: 20% minder uitstoot van broeikasgassen dan in 1990, 20% van de energie komt uit duurzame energiebronnen en 20% meer energie-efficiëntie ten opzichte van 2007. Deze doelstellingen zijn dan vertaald in nationale doelen en moeten gehaald worden tegen het jaar 2020. Voor België luiden ze: 15% minder uitstoot, 13% duurzame energiebronnen en een afname in energieverbruik van 9,80 Mtoe (miljoen ton olie-equivalent). Ter illustratie, het primaire energieverbruik in België was 68,95 Mtoe in 2007 en 67,81 Mtoe in 2011. De afname van het verbruik ten opzichte van 2007 is echter vooral een oorzaak van de crisis. Het mag duidelijk zijn dat op het vlak van energie-efficiëntie nog heel veel werk aan de winkel is.

Waarom hernieuwbaar?

De hele wereld zal geweten hebben waarom hernieuwbaar zo goed is: het klimaat zal er minder onder lijden bovendien zijn zon en wind onuitputbaar. Omdat veel andere dingen op deze aarde wel uitputbaar zijn, wil men ook meer duurzaam omgaan met grondstoffen zoals olie en kolen. Iedereen heeft recht op elektriciteit en het comfort zoals we dat in het westen kennen. Vandaag heeft echter ongeveer een vijfde van de wereldbevolking geen toegang tot elektriciteit. In Afrika heeft nog meer dan de helft van de bevolking geen toegang tot elektriciteit. Als ook deze regio’s hun economische groei via een koolstofrijke elektriciteitsvoorziening gaan waarmaken, hebben we een groot probleem.

Toegang tot elektriciteit in 2010 (IEA, World Energy Outlook 2012)

Slimme tijdperk

Een omschakeling naar hernieuwbare energie lijkt op het eerste zicht eenvoudig, maar dat is het niet. Windparken kunnen bijvoorbeeld centrales op fossiele brandstoffen vervangen als energieopwekker. Maar dat is niet genoeg, het hele marktmodel van de energiesector zou ook moeten veranderen. Het grote probleem van de meeste hernieuwbare energiebronnen is onvoorspelbaarheid. De vraag naar elektriciteit en het aanbod ervan moeten op elk moment aan elkaar gelijk zijn. De enige manier om daar vandaag voor te zorgen is om de generatie aan te passen: centrales in en uit te schakelen. De meest flexibele centrales zijn jammer genoeg ook sterke vervuilers. Ze opereren op gas, olieproducten of soms zelf zuiver op kolen. Om sterk variabele hernieuwbare energiebronnen op grote schaal mee te laten spelen in het energieverhaal moet er bijgevolg ook een vorm van flexibiliteit ontstaan aan de vraagzijde. Ook moet er ruimte en infrastructuur zijn voor decentrale vormen van energie, zoals zonnepanelen en industriële WKK’s. Dit toekomstplan wordt geklasseerd onder de termen smart grids en smart cities.

Europese doelstellingen

De technologieën die nodig zijn om naar een slimmer netwerk over te stappen zijn zeer duur. En zodra het geld op tafel ligt, duurt het in de meeste landen problematisch lang om vergunningen te krijgen. Waarom al dat gedoe?, denk je dan. Om welke reden doen we dit?

Het implementeren van cruciale veranderingen aan het energienetwerk en de overstap naar hernieuwbare bronnen is geen keuze, het is een noodzaak. Het is economisch onvoordelig om op een passieve manier met elektriciteit te blijven omspringen. Het elektriciteitsnet opereert in vele Europese staten aan het randje van zijn capaciteit. Enkel een slimme uitbreiding is hier de juiste keuze. Dit argument wordt nog versterkt door de groeiende interesse om ook de automobielsector koolstofvrij te maken. In deze opzichten zijn de Europese 2020 doelstellingen een perfecte drijfveer. Ze creëren een prikkel voor snelle technologische ontwikkelingen in de energiesector.

Haalbaar, houdbaar?

Hoewel de doelstellingen hoogstwaarschijnlijk niet in elke lidstaat haalbaar zijn, hebben ze ervoor gezorgd dat actieve stappen ondernomen worden. De positieve klank van duurzaamheid mobiliseert investeerders van zowel de publieke als private sectors. Volgens het Global Trends in Sustainable Energy Investment report van 2012 (Bloomberg New Energy Finance, UNEP) werd in 2011 niet minder dan 173 miljard dollar geïnvesteerd in hernieuwbare energie, vergeleken met 149 miljard in 2010 en 122 miljard in 2009. Ook de kost van hernieuwbare energie is significant gedaald, terwijl de kosten van klassieke brandstoffen alleen maar toenemen. De kostdaling van de verschillende technologieën is onder andere te wijten aan snelle R&D en grote cumulatieve inzet. Hydro-installaties, biomassa en windparken kunnen in de Europese markt al concurreren met nucleaire en koolcentrales, wat de interesse voor investeringen alleen maar aansterkt. Of de doelstellingen voor hernieuwbare energie haalbaar zijn? Onwaarschijnlijk. Of Europa de doelstellingen moet aan houden? Ja. Het is door de moedige beslissing van Europa om zo’n strenge regels te hanteren, dat hernieuwbare energie op een opmerkelijk korte termijn een competitieve keuze was.

Typische LCOE kostenrange voor hernieuwbare technologie in 2012 en 2020 (voorspelling) (IRENA)

En de rest?

Grootmachten als China en de VS zijn de zware verbruikers van fossiele brandstoffen. Hun gebrek aan duidelijke doelstellingen wordt dan ook door velen bekritiseerd.

China wilt haar groeiende economie voeden en heeft er daarom baat bij om veel goedkope kolencentrales te bouwen. China en India hebben enkele van de grootste kolenreserves in de wereld maar aan het huidige verbruikstempo zullen ze binnen aanzienlijke tijd door de meest toegankelijke reserves heen zitten. En ook luchtvervuiling wekt grote zorgen, vooral in de grote steden. De Chinezen worden zich stilaan bewust van zowel milieu- als voorradingsproblematiek. In het vijfjarenplan van 2011 zijn enkele bindende targets opgenomen en is hernieuwbare energie opgelijst als een priority industry.

Ook in de Verenigde Staten is hernieuwbare energie minder populair omwille van de aanwezigheid van goedkope brandstoffen: kolen en het nieuwe schaliegas. Er zijn wel enkele initiatieven die hernieuwbare energie proberen te stimuleren, al zijn die niet genationaliseerd. De meerderheid van de staten heeft wel een of andere vorm van energiedoelstellingen.

Hernieuwbare doelstellingen VS (eia.org)

Conclusie

De doelstellingen voor hernieuwbare energie zijn misschien niet haalbaar maar ze hebben Europa in een positieve stroom gebracht voor een duurzame toekomst. Ze zorgen niet alleen voor een ontlasting van het milieu maar hebben ook een positieve kettingreactie veroorzaakt. Europa is nu het kenniscentrum voor hernieuwbare energie. Het draagt een voorbeeldfunctie uit voor de rest van de wereld, die hopelijk snel volgen.