EU Klimaatplan 2030, een stap in de goede richting?


De Europese commissie heeft op 22 Januari 2014 het klimaatplan van Europa voorgesteld voor de periode 2020-2030. Het nieuwe plan vormt het vervolg op de huidige 2020 strategie. Dit artikel bespreekt de nieuwe klimaatdoelstellingen en spiegelt ze aan de huidige.

De EU 2020 strategie

De 2020 strategie werd in 2010 goedgekeurd tijdens de Europese Raad en steunt op drie peilers (zie figuur 1):

  1. Een reductie in broeikasgassen (GHG) met 20% ten opzichte van 1990.
  2. Een reductie van 20% in energie verbruik in vergelijking met een bussiness-as-usual scenario.
  3. Een verhoging van het aandeel van hernieuwbare energie tot 20% in de energiemix van de EU

Een handel in emissierechten (genaamd ETS, Emission Trading System) werd in het leven geroepen om de uitstoot van de broeikasgassen verminderen. Dit houdt in dat bedrijven certificaten moeten aankopen per ton CO2 die ze uitstoten. Het aantal certificaten op de markt is beperkt. De EU beheert en verdeelt deze via veilingen, met de bedoeling het aantal beschikbare certificaten systematisch te laten dalen naarmate 2020 nadert; hiermee daalt dus ook het aantal emissies. Om de derde peiler te halen kreeg elke lidstaat een specifiek doel toegewezen in verband met het aandeel hernieuwbare energie in hun energiemix. Voor België bedraagt dit specifiek doel 13%.

2030 klimaatplan EU

Het nieuw klimaatplan tegen 2030 bouwt verder op het huidige. De lessen, bevindingen, opmerkingen getrokken uit het 2020 plan werden gebruikt om te streven naar een lage-koolstof-economie zonder in te boeten op de competitiviteit. De peilers in dit specifiek klimaatplan zijn als volgt:

40% reductie in broeikasgassen

De centrale peiler van het klimaatplan 2030 wil de uitstoot van broeikasgassen met 40% reduceren ten opzichte van 1990.  Als de lidstaten hun huidige doelstellingen halen ten opzichte van 2020 en deze maatregelen doortrekken naar 2030 zal dit een reductie van 32% opleveren. Er zal dus extra moeite gedaan moeten worden om de extra 8%-punt te reduceren.

27% hernieuwbare energie

Hernieuwbare energie moet een fundamentele rol blijven spelen in de modernisering van het energiesysteem. De reductie van de broeikasgassen en de toename van hernieuwbare energie zijn met elkaar verbonden en complementair. Een reductie van broeikasgassen met 40% zou een aandeel hernieuwbare energie van minstens 27% inhouden, in vergelijking met het 20% streefdoel tegen 2020.

Het grote verschil met het huidige klimaatplan is dat deze 27% niet meer vertaald wordt naar specifieke doelstellingen voor de lidstaten. Hierdoor krijgen de lidstaten een grotere flexibiliteit om hun uitstoot van broeikasgassen te verminderen, zodat dit op de meest kostenefficiënte manier kan gebeuren. De lidstaten moeten wel hun plannen doorgeven aan de commissie, die de specifieke plannen naast elkaar zal leggen. Zo waken zij erover dat het 27%-doel wel degelijk gehaald wordt.

Energie-efficiëntie

Europa streeft naar 20% minder energieverbruik tegen 2020. Voorlopig is het echter wachten op een nieuwe doelstelling omtrent energie-efficiëntie tegen 2030.

Deze wordt wel onderzocht door de commissie. Verwacht wordt dat in juni 2014 een update zal volgen. Wel wordt verwacht dat een uitstootvermindering van 40% samen loopt met een stijging van de energie-efficiëntie van 25%.

Hervorming van de handel in emissierechten (ETS)

De handel in emissierechten beoogt een vermindering van de uitstoot, zoals eerder vermeld. Het grote probleem met het huidige ETS heeft te maken met de economische crisis. Deze heeft als gevolg dat er veel minder vraag is naar deze certificaten dan gepland, met een prijsdaling als gevolg (zie figuur 2). Er is een overschot van emissierechten waardoor het systeem zijn geplande doel voorbij schiet, namelijk het promoot niet meer de lage-koolstof-investeringen.

Om dit op te lossen komt er een verandering van het ETS in het nieuwe klimaatplan. Om het ETS systeem zo te maken dat het nu wél de lage-koolstof-investeringen promoot, zal er gebruik gemaakt worden van “marktstabiliteitsreserves” in de periode 2020-2030. Deze reserves dienen om schokken op te vangen in de prijs van de certificaten, met een stabielere markt als gevolg.

Conclusie

De EU heeft na de 2020 strategie een nieuw klimaatplan klaar voor de periode 2020-2030. Hiermee streeft het naar een lage-koolstof-economie. Deze stap zal veranderingen inhouden ten opzichte van het huidige klimaatplan. Of deze veranderingen echt de beloftes kunnen waarmaken, valt af te wachten in een wereld vol onzekerheden. Commissievoorzitter José Manuel Barosso zei het volgende om het nieuw klimaatplan kracht bij te zetten:

“Climate action is central for the future of our planet, while a truly European energy policy is key for our competitiveness. Today’s package proves that tackling the two issues simultaneously is not contradictory, but mutually reinforcing. It is in the EU’s interest to build a job-rich economy that is less dependent on imported energy through increased efficiency and greater reliance on domestically produced clean energy. An ambitious 40% greenhouse reduction target for 2030 is the most cost-effective milestone in our path towards a low-carbon economy. And the renewables target of at least 27% is an important signal: to give stability to investors, boost green jobs and support our security of supply”.