Kernuitstap… of toch niet?


Kernenergie droeg in november 2023 voor een groot deel bij aan de energiebevoorrading in België; volgens de Belgische transmissienetbeheerder Elia voor 49% [1]. Sinds 2003 geldt de Belgische wet op de kernuitstap, die de sluiting van de zeven Belgische kerncentrales verplicht na 40 jaar dienst. Concreet betekende dit dat Doel 1, Doel 2 en Tihange 1 zouden sluiten in 2015 en de rest van de reactoren (Doel 3, Doel 4, Tihange 2 en Tihange 3) zouden ten laatste tegen 2025 sluiten. In 2015 en 2022 zijn er echter wetswijzigingen doorgevoerd om sommige centrales toch langer open te houden. Het vorige plan van de regering, afgesproken in 2020, was om een volledige kernuitstap te realiseren in 2025. Maar de minister van Energie Tinne Van der Straeten (Groen) en premier Alexander de Croo (Open VLD) hebben pas nog een akkoord gesloten met Engie om de kernreactoren Doel 4 en Tihange 4 opnieuw op te starten in 2025 en zeker open te houden tot 2035. België is een land dat moeite heeft om de kernuitstap volledig door te voeren, maar wat zijn de doelstellingen van België en Europa in de toekomst omtrent kernenergie?

Huidige Europese situatie

De meningen over kernenergie in de EU-lidstaten zijn verdeeld. In 2017 bestond meer dan een kwart van de elektriciteitsproductie uit kernenergie. België behoorde met 38% tot de koplopers.

Volgens EDF (Électricité de France), het grootste energiebedrijf van Frankrijk, was kernenergie verantwoordelijk voor 70,6% van de energie in 2019 in Frankrijk en het land is hiermee de absolute koploper van Europa [2]. Omdat kernenergie een bijzonder groot deel van de energiemix inneemt, is er weinig ruimte voor centrales op fossiele brandstoffen waardoor de Fransen relatief weinig CO2- uitstoot bij energieopwekking hebben.

In Duitsland is er sinds 2010 sprake van een plan genaamd “Energiewende”. Dit plan houdt de stelselmatige vermindering van de uitstoot van broeikasgassen ten het vergroten van het aandeel hernieuwbare energie in. Daarnaast moesten tegen 2023 alle Duitse kernreactoren gesloten worden. In april 2023 werd de laatste kernreactor gesloten en dus vertrouwt Duitsland niet meer op kernenergie. Door de afhankelijkheid van steenkool en bruinkool, en het onvoldoende gebruik van hernieuwbare energiebronnen, is de vraag naar dit laatste toegenomen als gevolg van de oorlog in Oekraïne en de boycot op Russisch gas. Hierdoor werd er een nieuwe bruinkoolmijn geopend en wordt er meer CO2 uitgestoten voor de productie van elektriciteit.

In een nationaal referendum in 1987 stemden de Italianen tegen kernenergie voor publieke doeleinden, dit is sindsdien in een wet gegoten waardoor dit verboden is. Er zijn dus momenteel geen kernreactoren in Italië en daar komt waarschijnlijk niet snel verandering in. Nochtans zouden er verschillende partijen die omwille van de oorlog in Oekraïne toch weer denken aan kernenergie om de energiebevoorrading te verzekeren [3].

De toekomst in Europa

De Europese Unie heeft geen uniform beleid in verband met kernenergie en laat de lidstaten hier zelf in beslissen. In 2015 keurde Frankrijk een wet betreffende de energietransitie goed met betrekking tot het aantal kernreactoren. Ze wilden een daling realiseren van 76% naar 50% tegen 2025. Hier wordt niet gesproken over een volledige kernuitstap, maar een afname in reactoren. Het land investeert in alternatieve reactoren. In 2022 is er ondertussen een akkoord gekomen om zes, met optie tot acht extra, grote nieuwe reactoren te bouwen die ervoor zorgen dat er voldaan wordt aan de energievraag. In 2035 zouden deze reactoren in bedrijf gesteld worden. Zowel Frankrijk (één reactor in Flamanville) als Finland (één reactor in Olkiluoto) investeren in een nieuw soort reactor, namelijk een EPR-reactor (European Pressurized Reactor) met een hoger rendement. Deze reactoren zijn ook verbeterd op vlak van passieve veiligheid, wat wil zeggen dat ze de risico’s van ongevallen beperken omdat deze veiligheidssystemen ook werken in situaties zonder externe stroomvoorziening of menselijke tussenkomst.

De toekomst in België

In België was het de bedoeling om de laatste reactoren te sluiten tegen 2025 zoals de wet op de kernuitstap het voorschrijft. Het verlengen van de levensduur van een reactor kost ons land alleen al 15 miljard euro voor de berging van nucleair afval en dit was een struikelblok [4]. Om de kernuitstap op te vangen, is de CRM-wet in het leven geroepen. Deze wet zorgt ervoor dat er via veilingen de goedkoopste vorm van elektriciteit zal worden voorzien. Om toch te kunnen voldoen aan de energiezekerheid en vooral de energie-onafhankelijkheid, werd de levensduur van twee kerncentrales verlengd tot 2035.

De verlenging van de kernreactoren brengt niet alleen energiezekerheid, maar ook extra jobs, zowel directe, indirecte als afgeleide jobs. Zo heeft België enkele toonaangevende onderzoeksinstellingen, zoals SCK CEN (Belgian Nuclear Research Centre) en NIRAS. Energyville, een samenwerking tussen diverse Belgische onderzoekspartners die zich richten op duurzame energie en intelligente energiesystemen, heeft zijn TIMES-model geactualiseerd om te simuleren welke mogelijke situaties zouden kunnen afspelen in 2030 voor de Belgische energieproductie. Dit is een model waarbij vraag en aanbod gecombineerd worden. Ook de import van buurlanden wordt meegenomen in deze simulatie. Dit model wordt met verschillende situaties gesimuleerd, namelijk een verschil in hernieuwbare ambitie en het sluiten van reactoren. De conclusie uit deze studie is dat de verlenging van de levensduur van kernreactoren geen negatieve invloed hebben op de ontwikkeling van hernieuwbare bronnen. Het aandeel van hernieuwbare energie zou in alle situaties naar 50% stijgen tegen 2030. Er zou enkel een verschil zijn in CO2 -uitstoot. Bij een verlenging van 10 jaar zou er een reductie optreden van ongeveer 25Mton [5].

Toch nog kernenergie

De Europese Commissie (EC) heeft in de Net-Zero Industry Act verwezen naar kleine modulaire reactoren (SMR). Dit zijn kleinere reactoren die de meest optimale technologische eigenschappen hebben en voldoen aan de veiligheidsvoorwaarden. Deze reactoren zouden de uitstoot van de transport-, chemische sector en staalindustrie kunnen laten afnemen [6][7]. Wereldwijd is er onderzoek bezig om ervoor te zorgen dat nucleaire afval van bestaande reactoren opnieuw gebruikt kan worden om energie te produceren in de SMR. Dit nucleair afval zou een brandstof kunnen worden voor de SMR, maar het is ook mogelijk om nieuwe uraniumstaven te gebruiken. Een ander voordeel van deze reactoren is dat ze kunnen zorgen voor een decentralisatie van de energievoorziening. Dit wil zeggen dat de reactoren gebouwd kunnen worden op plaatsen waar er nood is aan energie en zo kunnen de kosten in transmissie van de energie verlaagd worden. De reactoren zijn ook modulair waardoor de onderdelen in massaproductie gemaakt kunnen worden en in elkaar gestoken kunnen worden op de gewenste site. Omdat deze modulair zijn, kunnen deze gemakkelijker uitgeschakeld worden indien er geen nood is aan elektriciteit en er genoeg hernieuwbare energie is.

Deze reactoren hebben nog niet bewezen dat ze economisch rendabel zijn. De initiële kost om zo een reactor te bouwen is hoog en doordat ze eventueel afgeschakeld kunnen worden, is het niet vanzelfsprekend dat ze hun kostenplaatje terug verdienen. De kleine modulaire reactoren kunnen een grote toekomst hebben, maar er zijn nog een aantal te overwinnen hordes. Desalniettemin investeren verschillende landen in deze technologie. Er is een verdrag getekend door vijf verschillende spelers in vier verschillende landen (België, Roemenië, Italië en de Verenigde Staten) om de ontwikkeling van de SMR sneller te laten verlopen. Dit verdrag is getekend in bijzijn van eerste minister Alexander De Croo. SCK CEN is een Belgische speler die verzekert dat het eerste innovatief toonmodel klaar zou moeten zijn in 2035-2040.

Conclusie

Europa heeft in zijn lidstaten geen uniform beleid in verband met kernenergie en laat de lidstaten hier zelf over beslissen, daardoor loopt het beleid hard uiteen. Er zijn landen die inzetten op een “kernuitstap” door het aantal reactoren af te bouwen zodat er meer hernieuwbare bronnen gebruikt kunnen worden in de energiemix. De Belgische overheid slaagt er niet in om deze kernuitstap te realiseren omdat er niet genoeg energie verzekerd kan worden en omdat er politieke struikelblokken zijn. Op langere termijn is het wel de bedoeling om alle grote kernreactoren te sluiten, maar tegelijk wordt geïnvesteerd in onderzoek naar kleinere reactoren.