Het energiedebat is weer helemaal weg van terug geweest. De regeerakkoorden zijn beklonken, maar geen haan die nog kraait naar het energiebeleid. De bevoorradingszekerheid, die niet zo lang geleden nog in de schijnwerpers stond, is helemaal vergeten. Wat zijn de plannen voor hernieuwbare energie? Hoe zullen de markten hervormd worden? Wat zal er met de prijzen gebeuren? Hoe willen de nieuwe regeringen de bevoorradingszekerheid garanderen? We hebben de regeerakkoorden dan maar zelf nagelezen op zoek naar antwoorden op deze vragen. Een samenvatting van wat we kunnen verwachten tijdens de volgende legislatuur.
Allereerst is het belangrijk om kort te schetsen wie waarvoor verantwoordelijk is. In België is de federale overheid verantwoordelijk voor alle nationale aspecten. Het hoogspanningsnetwerk, kernenergie en nucleair afval, centrale elektriciteitsproductie en bevoorradingszekerheid zijn de belangrijkste bevoegdheden. De Gewesten zijn dan weer verantwoordelijk voor het laagspanningsnetwerk, hernieuwbare energie, energie-efficiëntie en sociaal energiebeleid.
Federaal regeerakkoord
Het federale regeerakkoord blijft redelijk vaag. Er worden een aantal doelstellingen geformuleerd, maar weinig echte acties ondernomen. De nieuwe minister voor energie, duurzame ontwikkeling en leefmilieu is Marie-Christine Marghem (MR), een nobele onbekende.
Bevoorradingszekerheid
De bevoorradingszekerheid wil de federale regering op korte termijn aanpakken door het winterplan uit te voeren. Dat winterplan is opgesteld door de vorige regering en bevat onder andere vraagbeheersing (grote verbruikers verminderen hun verbruik bij dreigende tekorten), meer import uit het buitenland en het gebruik van strategische reserves. Daarnaast wil de regering ook meer noodgroepen beschikbaar stellen bij problemen. De overheid stelt haar eigen noodaggregaten alvast ter beschikking.
Op lange termijn wil de federale regering een technologieneutrale transitie naar een duurzaam energiesysteem (wat exact met ‘technologieneutraal’ bedoeld wordt is niet duidelijk). Daarvoor gaat ze volop inzetten op onderzoek en ontwikkeling naar de verbreding van de energiemix gefinancierd met een deel van de nucleaire rente. De regering wil objectief en transparant alle opties onderzoeken om de bevoorradingszekerheid te garanderen.
Zoals reeds bekend was, zullen ze de kernreactoren Doel 1 en Doel 2 langer open houden indien dit goedgekeurd wordt door het FANC (Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle) en de uitbaters van de centrales. Na 2025 moeten ze hoe dan ook sluiten. Wat nucleair onderzoek betreft, is het de bedoeling om het MYRRHA onderzoeksproject, en het SCK (Studiecentrum voor Kernenergie) in het algemeen, ‘progressief’ te ondersteunen. (MYRRHA is een groot onderzoeksproject van het SCK waar onderzoek wordt gedaan naar een nieuw type kernreactoren, zogenoemde ‘accelerator driven systems’)
Wat de elektriciteitsmarkt betreft neemt de regering zich voor om het investeringskader en de marktwerking te verbeteren. Voorts zijn er plannen om een ‘gelijk speelveld’ te creëren voor Belgische productie-eenheden ten opzichte van buitenlandse. Capaciteitsmechanismen moeten onderzocht worden en er moet gekeken worden naar de integratie van buitenlandse capaciteit in het Belgisch net. Ook “vraagsturing” moet bekeken worden. Tot slot worden de strategische reserves geëvalueerd en afgesteld op het nieuwe capaciteitsmechanisme.
Daarnaast zijn er nog enkele kleine maatregelen om de bevoorradingszekerheid te garanderen. Zo hebben ze plannen om de capaciteit van de verbindingen met het buitenland versneld uit te breiden en de drempels voor het toekennen van nieuwe vergunningen voor elektriciteitscentrales weg te werken. Ook wil de regering samen met de sector bekijken hoe bestaande gascentrales geoptimaliseerd en gemoderniseerd kunnen worden om een hogere rendabiliteit en lagere uitstoot van broeikasgassen te bekomen.
Energieprijzen
Wat de energieprijzen betreft, wil de regering een ‘neerwaartse druk’ uitoefenen. Concreet kunnen de energiebelastingen hervormd worden en wordt er een ‘energienorm’ uitgevaardigd. De bedoeling van die norm is om ervoor te zorgen dat de verschillende componenten van de energierekening niet hoger liggen dan in onze buurlanden, vooral voor de energie-intensieve industrie.
Varia
Dan zijn er nog enkele kleinere domeinen waarvoor de federale regering verantwoordelijk is en waarvoor maatregelen voorgesteld worden. Zo gaat ze bij de EU aandringen op een ‘energie-unie’ om ons minder afhankelijk te maken van invoer, om de fragmentatie van het energielandschap te beperken en om de onderhandelingspositie ten opzichte van internationale bedrijven te verbeteren. Ook zal er geijverd worden voor de invoering van slechts één norm die de uitstoot van broeikasgassen reguleert. Hernieuwbare energie en energie-efficiëntie zijn middelen om dit doel te bereiken. Via ontwikkelingssamenwerking wil de federale regering een bijdrage leveren tot internationale klimaatfinanciering.
De federale regering is ook bevoegd voor offshore windenergie. Daarvoor vindt ze dat er een “stopcontact op zee” (een substation op zee) uitgewerkt moet worden. Ook moet er meer onderzoek gedaan worden naar energieopslag.
Wat haar eigen gebouwen betreft wil de federale regering, net als de Vlaamse, het goede voorbeeld geven voor energie-efficiëntie.
Tot slot is er nog de samenwerking met de gewesten, die bevoegd zijn voor het merendeel van het domein energie. Zo moet de verdeling van de doelstellingen voor hernieuwbare energie en CO2-uitstoot afgerond worden. Ook neemt de federale regering zich voor om samen met de gewesten een energievisie te ontwikkelen die moet leiden tot een ‘energiepact’. Dit pact moet stabiliteit bieden voor investeringen in productie, transformatie en transport van energie en elektriciteit.
Vlaams regeerakkoord
Het Vlaams regeerakkoord bevat in tegenstelling tot het federale enkele opmerkelijke maatregelen, al zijn die vaak nogal algemeen en weinig uitgewerkt. De Vlaamse minister voor begroting, financiën en energie is Annemie Turtelboom (Open VLD).
Hernieuwbare energie
De Vlaamse regering wil van energie-efficiëntie een speerpunt maken. Vooral de gebouwen moeten aangepakt worden. De regering plant op dit vlak het goede voorbeeld te geven in haar eigen overheidsgebouwen. De ‘gratis’ kWh die ieder gezin jaarlijks kreeg, wordt ook afgeschaft maar in de plaats worden er sociale correcties ingevoerd om energiearmoede te bestrijden.
De Vlaamse regering wil meer aandacht geven aan warmtenetten. Vooral de productie van ‘groene warmte’ wordt benadrukt. De productie van groene stroom dient zo veel mogelijk gecombineerd te worden met warmteproductie. De Vlaamse regering lijkt dus gewonnen te zijn voor warmtekrachtkoppeling (gecombineerde productie van warmte en elektriciteit). In deze context wordt ook geothermie, het ontginnen van warmte uit de Aarde, ‘ontsloten’. Restwarmte van andere processen dient zo veel mogelijk benut te worden.
De steun voor nieuwe installaties van hernieuwbare energie wordt afgebouwd ‘ter voorbereiding van een volledige integratie van hernieuwbare energieproductie in het marktsysteem’. Bij negatieve prijzen voor energie, die optreden bij overproductie, zal er geen steun meer uitgekeerd worden aan producenten van hernieuwbare energie.
Het certificatensysteem wordt zoals verwacht hervormd om het overschot aan certificaten aan te pakken. Concreet wordt de “banking” periode verlengd (de periode waarin certificaten opgespaard kunnen worden voor later gebruik), wordt het aantal in te dienen certificaten verhoogd, de ondersteuning voor ‘marktrijpe’ technologieën afgebouwd en gaat de steun evolueren van investeringssteun naar exploitatiesteun voor zonnepanelen en kleinschalige hernieuwbare productie. Tot slot worden gerichte investeringen gedaan in onderzoek en ontwikkeling zodat hernieuwbare technologieën verbeteren en in de toekomst minder steun nodig hebben.
Bij nieuwbouw en grondige renovatie wordt het vereiste aandeel hernieuwbare energie opgetrokken ‘rekeninghoudend met het kostenoptimaal niveau’.
Tarieven & marktwerking
De distributienettarieven worden hervormd om de hogere kosten voor distributienetbeheerders te dekken. Deze hogere kosten zijn een gevolg van het certificatensysteem omdat distributienetbeheerders verplicht zijn om deze certificaten aan (hoge) prijzen op te kopen. De VREG (Vlaamse Regulator voor Energie en Gas) moet een nieuw systeem ontwerpen dat na een overgangsregeling tot 2016 in werking moet treden.
Vraagsturing moet mogelijk worden door gezinnen de mogelijkheid te geven om hun vraag aan te passen aan de energieprijs op verschillende tijdstippen van de dag.
Samenwerking met andere regeringen
De Vlaamse regering ondersteunt ook de energienorm van de federale overheid, die ervoor moet zorgen dat onze energie niet duurder is dan in het buitenland. Ook plant de regering actief samenwerken met de andere regeringen om het energiepact op te stellen.