De positieve gevolgen van een vulkaanuitbarsting worden in de media maar zelden belicht. Vaak gaat het enkel over de immense vernieling, de honderden doden die de lavastroom nalaat en de ontstane aswolk. Een voorbeeld is de IJslandse vulkaan waarvan de naam niet zou misstaan in het komende Groot Dictee der Nederlandse Taal. Eyjafjallajökull barstte uit in 2010 waarbij hij een enorme aswolk uitstootte. Hiermee verhinderde hij het vliegverkeer in grote delen van Europa. De deeltjes van de aswolk die de stratosfeer bereiken hebben echter ook een gunstig effect. Zij zorgen namelijk door hun grote concentratie zwavel voor meer reflectie van de inkomende zonnestraling. Dit zorgt voor een verkoelend effect dat de opwarming van de aarde tegengaat. De vraag rijst bijgevolg al snel: zouden we dit kunnen manipuleren?
Reeds vele jaren gebeurt er onderzoek naar allerhande manieren om de huidige klimaatopwarming tegen te gaan. Dit noemt men klimaatengineering of geo-engineering. Eén mogelijke vorm van geo-engineering is het effect van een vulkaanuitbarsting nabootsen , ook wel Stratospheric Particle Injection for Climate Engineering genoemd, (SPICE). De deeltjes in de stratosfeer krijgen is echter geen evidentie. Een ballon moet 15 kilometer de hoogte in vertrekkende vanaf een enorme tanker. De verbinding tussen ballon en tanker gebeurt door een lange, flexibele holle pijp waardoor de deeltjes worden gepompt. Op die manier loost de ballon de volledige inhoud van de tanker in de stratosfeer.
Voor zowel de theoretische als de praktische uitwerking is nog bijkomend onderzoek nodig. Welke deeltjes sturen we de stratosfeer in? Deze deeltjes moeten voldoende zonnestralen terugkaatsen, maar mogen daarnaast de samenstelling van de atmosfeer niet te nadelig beïnvloeden. Dit zou namelijk juist kunnen leiden tot een negatief klimaatseffect. Zijn er hierdoor eventuele risico’s voor onze gezondheid? Wat te doen als de holle pijp zich te midden van een drukke vliegroute bevindt? Nog vele onbeantwoorde vragen maar of deze in de toekomst een antwoord zullen krijgen is nog maar de vraag.