Opinie: Bijna gratis elektriciteit, dat moet genuanceerd worden


De elektriciteitsprijs op de spotmarkt zakte vorige week tot 1,75 €/MWh elektrische energie. De gemiddelde elektriciteitsprijs over de hele zondag bedroeg 15,46 €/MWh (cfr. BELPEX). Alex Polfliet stelt in De Standaard (10/03) dat industriële afnemers die elektriciteit op de spot market opkopen, de prijsdalingen in hun portemonnee voelen. Dit leverde hun een besparing op van 300.000 euro, berekende Polfliet. Meneer Polfliet stelt dat dit het bewijs is dat zonnepanelen een gunstig effect hebben op de elektriciteitsprijzen. Dit punt moet genuanceerd worden.

Het is inderdaad zo dat hernieuwbare energie soms de prijs van de verhandelde energie op de spotmarkt drukt. De nadruk ligt op soms. Maar geeft dit nu alleen maar voordelen?

Wanneer wordt de prijs nu zo laag? Hiervoor moeten we kijken naar de vraag-en-aanbod curve van elektrische energie. Aan de aanbodzijde wordt het merit order model toegepast (figuur 1). Dit model rangschikt de verschillende productiecentrales volgens variabele kost. Wind en zon zijn per definitie gratis, waardoor ze voorrang hebben op alle andere centrales.Figuur 1: merit order model voor elektriciteitsaanbod

Merit order model voor elektriciteitsaanbod

De elektriciteitsprijs wordt goedkoper als de vraag naar elektriciteit verminderd of als het aandeel van hernieuwbare energie stijgt. Een ideaal geval is dus een zonnige dag met weinig vraag naar energie, zoals het geval was afgelopen zondag 9 maart.
De eerste nuance is de invloed van hernieuwbare energie op de elektriciteitsprijs. Elektriciteit die gewonnen kan worden uit zon en wind schommelt naargelang de lichtinval of windsnelheid. Het aandeel van deze energiebronnen varieert van moment tot moment in de aanbodcurve (zie figuur 2). Op momenten met geen of weinig zon is de prijs hoger, tot 75eur/MWh . De prijs wordt dan immers bepaald door de duurdere productie-eenheden in de merit-order curve.Figuur 2: variatie van de elektriciteitsprijs bij een varierend aandeel hernieuwbare energie

Variatie van de elektriciteitsprijs bij een varierend aandeel hernieuwbare energie

Een tweede probleem dat we kunnen erkennen, zijn de werkingsuren van de gascentrales (CCGT). Het al dan niet investeren in een gascentrale, ligt rond de 4.000 uur operationeel/jaar. PV en wind verlaagt deze waarde naar ongeveer 2.000 uur/jaar. Investeren in gascentrales wordt daardoor minder interessant en sommige gascentrales worden zelfs op non-actief gezet (vb:Trends 10/9/2013). Dit heeft op zich weer een nefaste invloed op de elektriciteitsprijs: minder capaciteit aan gascentrales verhoogt de piekprijs.

En ten slotte kan er opgemerkt worden dat de consument daar niets van merkt, want zijn elektriciteitsrekening daalt niet. Het zijn enkel de industriële afnemers die rechtstreeks op de elektriciteitsmarkt bieden die de prijsdaling voelen in hun portemonnee. Deze industriële afnemers ondervinden evenwel merkerlijk hogere prijzen op piekmomenten. Ze zijn dus onderhevig aan sterke fluctuaties in de elektriciteitsprijs. Men moet zich dus ook de vraag stellen ten opzichte van welk scenario die 300.000 euro besparing is berekend. Voor de consument zal zijn elektriciteitsfactuur enkel toenemen. Want door de hogere fluctuaties in prijzen rekenen de leveranciers hogere risicopremies in hun basisprijs.

Als Alex Polfliet een algemeen onderzoek wil uitvoeren naar de invloed van zonnepanelen op de gemiddelde elektriciteitsprijs in de laatste 10 jaar en hun invloed op het distributie/transmissiedeel van onze elektriciteitsrekening, vrees ik dat er hem teleurstellende resultaten te wachten staan.