Verkiezingen of energiedebat?


U heeft het onvermijdelijk gemerkt, de voorbije maand betoogden tienduizenden scholieren  voor het klimaat. De meningen over dit onderwerp zijn zeer uiteenlopend en zorgen voor een pittige of boeiende discussies op het maatschappelijke en politieke forum. De effecten van deze betogingen zijn niet te onderschatten. De klimaatdebatten bleven zich opvolgen en bezorgen ons naar mijn opinie een goede insteek voor dit artikel.

Dankzij de aankomende verkiezingen heeft elke partij een uitgesproken mening over het klimaat en vaak in het bijzonder over het energiebeleid. Hierbij moet benadrukt worden dat ‘energie’ een groot aandeel heeft binnen het klimaatprobleem maar hierin zeker niet geïsoleerd mag benaderd worden. Dit terzijde, om het debat te voeren beginnen we best bij het begin, namelijk het probleem op zich. Waar komt de opwarming van de atmosfeer vandaan, hoe werkt dit fenomeen en waar liggen er nuances?

Het klimaatprobleem waarover de voorbije maanden hevig gediscussieerd wordt is de opwarming van de aarde. Dit probleem mag niet verward worden met milieuproblemen. Deze verdienen de nodige toewijding, maar we gaan hier in deze bijdrage niet verder op in. Velen geven sterk de indruk het probleem van de klimaatopwarming ten volle te beheersen.  Zo valt bijvoorbeeld het gat in de ozonlaag niet onder de categorie van de klimaatopwarming, mede omdat dit een lokaal maar een globaal probleem is. De klimaatopwarming is per definitie een versterkt broeikaseffect. De zon zendt een heel spectrum aan stralen uit naar de aarde. Een deel van dit spectrum kent men als zichtbaar licht. Dit is echter maar een kleine fractie van het uitgestreken spectrum. Straling met een grotere golflengte dan het zichtbaar licht, de infraroodstraling, draagt het meeste warmte mee naar de aarde. Niet alle infraroodstraling wordt geabsorbeerd door het aardoppervlak, maar een deel wordt weerkaatst in de atmosfeer. Een deel van deze gereflecteerde straling wordt geabsorbeerd door broeikasgassen zoals CO2, methaan, lachgas en waterdamp. Dus hoe meer broeikasgassen in de atmosfeer, hoe meer de aarde opwarmt.

De perceptie van deze broeikasgassen is zeer belangrijk. Van de bovengenoemde broeikasgassen, absorbeert CO2 het minste warmte. Om een idee te krijgen van de kracht van verschillende broeikasgassen, het tweede zwakste broeikasgas is methaan maar is wel al 25(!) keer krachtiger dan CO2. Waarom spreekt iedereen dan over CO2-reducties en minder over de reducties van de andere gassen? Dit heeft namelijk te maken met de levensduur van deze gassen. CO2 blijft immers veel langer in de atmosfeer, het overleeft van enkele tot zelfs honderden jaren, terwijl bijvoorbeeld waterdamp slechts enkele dagen aanwezig blijft.

De term ‘globaal probleem’ is al eens gevallen. Men kan het niet hard genoeg benadrukken, iedereen zal moeten meewerken aan de oplossing. Niet één land, noch één continent maar enkel met inzet van de hele wereld is het probleem op te lossen. Dit maakt het probleem hyper complex. Ondanks de moeilijkheid moet België nog steeds een steentje bijdragen.

Politici hebben de voorbije weken al verschillende voorstellen gedaan in verband met het reduceren van onze emissies. Welke zien er goed uit, welke zijn realistische en welke moeten ambitieuzer?

Het meest terugkerende onderwerp is de kernuitstap in 2025. Sommige partijen zijn fervente voorstanders van de kernuitstap, ze is broodnodig voor de stabiliteit en veiligheid binnen onze energiesector, klinkt het. Hierbij zien ze gascentrales als een tussenoplossing om tegen 2050 naar 100% hernieuwbare energie te streven. Hoewel YERA zeker geen tegenstander is van hernieuwbare energie, in tegendeel zelfs, lijkt dit niet de beste oplossing. Er moet gestreefd worden naar meer hernieuwbare energie maar tegen welk prijskaartje? Indien de kerncentrales binnen de vrije markt open blijven en dus niet te duur zijn, lijkt dit een betere situatie. Tenzij de vrije markt niet in staat is om de betrouwbaarheid te garanderen, maar dan moeten de regels binnen de markt aangepast worden om dit probleem op te lossen i.p.v. als overheid in te grijpen in een competitieve markt. Bijkomend, blijken windturbines momenteel enkel kostenefficiënt te zijn indien ze in West- en Oost-Vlaanderen geplaatst worden. Details die men wel eens vergeet.

Een tweede agendapunt zijn de bedrijfswagens. Hoewel de decarbonisering van de energiesector gemakkelijker lijkt, willen vele politici de transportsector eveneens hervormen. Een eerste stap lijkt het afschaffen van bedrijfswagens die op diesel rijden. Alle partijen zijn het er min of meer over eens, een vervuilende bedrijfswagen moet van de baan. Maar wat zou het effect zijn van deze maatregel? In 2017 reden er ongeveer 500.000 bedrijfswagens op het Belgische wegennetwerk. Een gemiddelde dieselwagen stoot ongeveer 132 gram CO2 uit per kilometer. Elke bedrijfswagen legt gemiddeld 28 937 kilometer af. Dit leidt tot een reductie van 1,9 Mton CO2. Hoewel dit getal gigantisch lijkt, moet het toch met een korrel zout genomen worden. Het zou leiden tot een reductie van 1,66% in België. Hierbij moet rekening gehouden worden dat dit de meest positieve uitkomst van deze maatregel is vermits alle dieselwagens hierin vervangen werden door groen transport. In vergelijking met de kernuitstap waarbij gascentrales een jaarlijkse energieproductie van ongeveer 40 TWh opvangen, zou België 13 Mton CO2 meer uitstoten wat equivalent is aan een stijging van 11.35%.

De laatste populaire maatregel is de vliegtaks. Mensen vliegen als maar meer. Voor velen zijn de lage prijzen van deze vluchten de oorzaak van het probleem. De oplossing lijkt simpel, een vliegtaks. Maar is dit de oplossing voor een klein land als België? Buitenlandse luchthavens liggen immers niet zo ver van onze grenzen af, denk maar aan Eindhoven, Parijs of Dusseldörf. Hiernaast treedt vanaf dit jaar het CORSIA handelsregeling in werking. De eerste fase van dit schema bestaat uit het verzamelen van data. Hierin wordt verwacht dat alle vliegtuigmaatschappijen, die onder het CORSIA verdrag vallen, hun CO2 uitstoot bijhouden en hun groeimarge berekenen. Op die manier gaat vanaf 2021 een ‘koolstofmarkt’ open voor de luchtvaartindustrie waarin enkel de berekende hoeveelheid certificaten beschikbaar zijn. Luchtvaartmaatschappijen dienen deze certificaten te kopen ter compensatie voor hun uitstoot. Belangrijk is dat er niet meer certificaten worden verkocht dan er beschikbaar zijn en de prijs bepaald wordt door de markt. Het doel van deze handelsregeling is de groei in CO2 emissies in de luchtvaartindustrie te stoppen. Is er bijgevolg wel een vliegtaks nodig?

De regering zou best een kostenefficiënt beleid moeten hebben op het vlak van klimaat. Voer geen onnodige heffingen door, blijf eerst bij de energiesector en pas dan de transportsector aan.