Voedselverspilling: Is er een leven na(ast) je bord?


Het klimaat, groene energie, … Het is alles wat de klok slaat de laatste tijd. Binnen deze thema’s komt ook steeds dezelfde pleidooi terug: we moeten voor de volle 100% inzetten op hernieuwbare energie om de uitstoot van CO2 te verminderen en de klimaatdoelstellingen te halen. De haalbaarheid van deze oproepen laat ik voor wat ze zijn, daarover kan een heel nieuw artikel geschreven worden. Een vaak terugkerende kritiek is dat het de taak is van de beleidsmakers om ervoor te zorgen dat deze doelstellingen gehaald worden. Nochtans zijn er nog steeds mensen die zelf op zoek gaan naar manieren om zelf hun voetafdruk te verminderen door bijvoorbeeld uitsluitend te reizen met het openbaar vervoer. Een veel gemakkelijkere manier om bij te dragen aan de reductie van broeikasgassen is evenwel door uw voedselverspilling te beperken. Wist u dat uit een rapport van Drawdown (een project van een groep wetenschappers, onderzoekers, activisten en beleidsmakers die de beste oplossingen om de klimaatverandering tegen te gaan oplijsten) blijkt dat de vermindering van voedselverspilling op nummer 3 staat. Zo zou een combinatie van plantaardige dieet met een halvering van de voedselverspilling tegen 2050 kunnen leiden tot een vermindering 26 Gton CO2 (cumulatief). Brengen we ook de vermindering van de ontbossing in rekening die prominent aanwezig is om onze huidige voedselproductie te verzekeren, dan zou dit zelfs kunnen oplopen tot 70 Gton CO2 in totaal tegen 2050, gerekend vanaf 2020. [1] 

Wist-je-datjes

Om de situatie wat te kaderen, zal ik beginnen met enkele wist-je-datjes over voedselafval. Zo blijkt voedselverspilling verantwoordelijk is voor 8% van de broeikasgassen uitgestoten wereldwijd op jaarbasis. [1] Bovendien blijkt uit een rapport van de University of California dat, moesten we de broeikasgasuitstoot ten gevolge van voedselverspilling equivalent stellen aan een land, dat het derde meest uitstotende land zou zijn, na de China en de VS. [2] De oppervlakte van een land gebruikt om voedsel te produceren dat nooit gegeten wordt, komt ongeveer overeen met 14 miljoen vierkante kilometer. Om je een idee te geven, dit is bijna even groot als Rusland. [2] De gemiddelde Vlaming stoot jaarlijks ongeveer 200 kg CO2 uit door voedselverspilling. [3] Wetende dat de voedselsector 30% van het wereldwijde energieverbruik representeert [4], is dit toch een belangrijke sector om te optimaliseren met het oog op de uitstoot van broeikasgassen.

Levenscyclus voedsel

Een derde van het geproduceerde voedsel vindt zijn weg niet tot op ons bord. [1] Dit komt overeen met 4.4 Gton CO2 emissies per jaar! [5] Hoe komen we nu aan dit gigantische getal? Hiervoor dienen we de gehele levenscyclus van het product in rekening te brengen. Het spreekt voor zich dat de carbon footprint verschilt van product tot product, zoals u ongetwijfeld weet is de productie van vlees veel energie-intensiever dan de productie van tarwe bijvoorbeeld. Verder is de CO2 -uitstoot ook afhankelijk van het stadium van het proces waarin de verspilling zich voordoet. Indien het product rechtstreeks van het veld op de afvalberg belandt, is dit veel minder vervuilend dan wanneer het na een hele resem andere processen bij de consument terecht komt die het alsnog weggooit. Tot slot is ook het land van productie van belang. Zo is tomaten kweken in serres in België een veel energie- en dus ook CO2 -intensiever proces dan tomaten produceren in het warme Spanje.

De levenscyclus bestaat uit de voor de hand liggende dingen zoals het productieproces (bestaande uit benodigde input, machines, bodemdegradatie, uitstoot van de dieren,…) alsook transport, het verwerken van eventuele bijproducten, de uitstoot die komt kijken bij de bereiding van voedsel en tot slot het geproduceerde afval.  Echter komen daar nog een aantal dingen bij. Denken we bijvoorbeeld terug aan de ontbossing om plaats te maken voor voedselproductie. [5]

Klimaatdoelstellingen

Sustainable Development Goal 12 heeft een specifieke target over voedselverspilling. Tegen 2030 zou er een 50% vermindering van voedselverspilling per capita moeten zijn op verkoops- en verbruikersniveau. Bovendien moeten er inspanningen geleverd worden om voedselverspilling tijdens het productie- en verwerkingsproces tegen te gaan. Als dit doel gehaald wordt, zou dit een vermindering van de broeikasgassen met 38% of 1.4 Gton CO2 per jaar teweegbrengen. [5]

Om de Sustainable Development Goals te halen is voedselverspilling tegen gaan alleen niet voldoende. Een gecombineerde inspanning waarbij landbouwprocessen aangepast worden, we overschakelen op een meer plantaardig dieet en voedselverspilling tegengaan, zou kunnen leiden tot het behalen van de 1.5°C – doelstelling in de agricultuur sector. Dit komt overeen met een vermindering van 2.7 Gton CO2 per jaar tegen 2030. [6]

Voedsel als alternatieve energiebron

Wegens zijn organische aard is voedselafval geclassificeerd als biomassa. Er bestaan verschillende technologieën om voedsel om te zetten in energie. Voedsel is echter geen ideale brandstof en de omzetting brengt dan ook veel uitdagingen met zich mee. Bovendien is het rendement van deze technologieën niet bijster groot.

Verbranding

De meest voor de hand liggende technologie is waarschijnlijk verbranding. Hierbij worden voedselresten verbrand en de vrijgekomen warmte  wordt gebruikt om stoomturbines aan te drijven voor elektriciteitsproductie. Er dienen echter wel een aantal kanttekeningen gemaakt te worden bij dit proces. Zo zijn vele landen geen voorstander aangezien bij de verbranding schadelijke gassen vrijkomen die bijdragen tot lokale vervuiling. Bovendien zijn de overgebleven assen niet altijd volledig organisch waardoor deze ook op de juiste manier verwerkt moeten worden. Met strengere regelgeving rond emissies en betere verbrandingstechnieken wordt dit probleem wel minder doorslaggevend. Toch wordt deze techniek niet veel toegepast. De belangrijkste reden hiervoor is dat voedsel gewoon niet geschikt is voor verbranding door zijn hoge vochtigheidsgraad en dus niet goed brandbaar is. Een oplossing hiervoor is om de voedselresten eerst te drogen alvorens ze te verbranden, maar dit proces kost natuurlijk ook energie waardoor deze technologie zo’n laag rendement heeft dat het vanuit een economisch opzicht geen interessante technologie is. [7]

Pyrolyse en vergassing

Een andere manier van thermochemische verwerking is door middel van pyrolyse of vergassing. Bij pyrolyse wordt het voedselafval zuurstofvrij of met een zuurstoftekort verbrand  en zo omgezet in syngas (een gasmengsel van CO en H2). Bij vergassing worden de voedselresten deels geoxideerd bij hoge temperaturen ter vorming van syngas. Beide technieken staan nog niet volledig op punt en worden amper gebruikt in België.  [7]

Bovenstaande processen worden echter sterk beïnvloed door de ‘kwaliteit’ van het afval, daarom wordt vaak met reeds voorbewerkte afvalproducten gewerkt, hetgeen het rendement van deze processen niet ten goede komt.

Vergisting

De meest gebruikte techniek in België is vergisting van organisch materiaal zoals voedselafval tot biogas. Dit gas wordt vervolgens gebruikt om een WKK aan te drijven, die op zijn beurt zorgt voor de productie van elektriciteit en warmte.

De economische en technische leefbaarheid van de gascentrale hangt sterk af van het soort biomassa. Het type biomassa beïnvloedt onder meer de verblijftijd van de biomassa in de centrale alsook de voorbehandeling en de kwaliteit van het geproduceerde biogas. Biogas maken van voedselresten wordt reeds toegepast, maar de opbrengst hangt heel sterk af van het soort voedselafval door de vochtigheidsgraad. De hoeveelheid input die zuiver bestaat uit plantaardig afval is dan ook meestal slechts 10%, met aanvulling van andere organische producten. Zo zorgen broodresten voor een gemiddelde biogasopbrengst van 500 Nm³/ton (Normaal kubieke meter/ton) terwijl fruitafval slechts rond de 60 Nm³/ton kan produceren. [8] Het blijft echter beter deze voedselresten te verzamelen en naar een centrale te brengen, ook al is de opbrengst laag en zijn de kosten relatief hoog, dit omdat rotting van producten op stortplaatsen ook leidt tot vergisting en uitstoot van methaangas. [9]

Het lijkt dus alsof onze voedselverspilling nog niet zo desastreus is indien we het gebruiken als biomassa input ter vorming van biogas. Biomassacentrales zijn immers CO2 – neutraal (het kan slechts een hoeveelheid CO2 produceren die reeds opgenomen was door de biomassa tijdens zijn leven), het is een hernieuwbare energiebron en bovendien hangt de beschikbaarheid niet af van de weersomstandigheden zoals bij andere hernieuwbare energiebronnen. Toch is het belangrijk enkele nadelen onder de loep te nemen. Biomassacentrales hebben namelijk een zeer laag rendement en biomassa is zeer duur vergeleken met fossiele brandstoffen. De schadelijke stoffen die vrijkomen tijdens het proces zijn niet te verwaarlozen en dragen bij aan lokale vervuiling. Ook het verzamelen en vervoeren van het voedselafval (de biomassa) naar de centrales zorgt voor CO2 – uitstoot en vergt geld en middelen. [10] Gekeken naar het totaalplaatje is een biomassacentrale dus zeker niet CO2 – neutraal. Bovendien is het belangrijk om op te merken dat biomassacentrales niet enkel voedselafval als input hebben, maar ook andere biomassa zoals houtpellets of mais. Het transport van deze organische producten alsook het gebruik van kostbare vruchtbare grond draagt bij aan de (terechte) kritiek op de ‘groenheid’ van biomassacentrales.

Conclusie

Voedselafval kan wel degelijk nog nuttig gebruikt worden in de vorm van biomassa ter vorming van biogas. Echter biomassacentrales hebben een laag rendement en dragen bij aan lokale luchtvervuiling. Niet hopen dus dat jouw voedselverspilling significant bijdraagt aan de elektriciteitsproductie in België. Een boodschappenlijstje maken voor je naar de winkel gaat en nadenken over wat je koopt en eet is dus aangeraden. Hierdoor draag je ook weer je steentje bij om je ecologische voetafdruk te verkleinen.